vrijdag 29 augustus 2014

Vervolgverhaaltje 'Worteltjes" met Quint en Joris

Quint en Joris hebben vandaag samen afgesproken. Bij Quint. Het is vrijdagmiddag dus ze hebben lekker veel tijd. Het is de eerste keer dat Joris bij Quint afspreekt.

“Het is wel een eindje fietsen, hoor!”, zegt Quint tegen Joris. Bij het fietsenrek pakken ze hun fiets en ze stappen op. Joris fietst naast Quint. Al gauw rijden ze op het lange rechte fietspad richting het huis van Quint. Ze hebben wind tegen. Het valt niet mee om daar tegen in te fietsen. Quint trapt stevig door. “Pfff”, puft Joris, “fiets eens wat zachter, want ik kan je niet bijhouden!” Even fietst Quint wat minder hard. Dan zegt hij: “Kom op joh, zo doen we er hartstikke lang over. Je moet echt doorfietsen!” Hij besluit om Joris een beetje te duwen. Met een hand houdt hij zijn stuur vast en zijn andere hand zet hij op de rug van Joris. Zo gaat het in ieder geval een stuk sneller!

Na ruim een half uur fietsen komen ze bezweet en moe bij de boerderij van de ouders van Quint aan. “Wauw, wat moet jij iedere dag ver fietsen zeg”, zegt Joris bewonderend tegen Quint. Hij is blij dat hij zelf dicht bij de school woont. Hij hoeft maar drie minuten te lopen en dan is hij er al.

Ze zetten de fietsen op het erf neer en stappen de keuken in. Daar is de moeder van Quint. “Hallo, Joris, wat gezellig dat je er bent”, zegt ze vriendelijk. “Jullie zullen wel moe zijn van het fietsen. Lusten jullie een beker chocolademelk?” Ze maakt de chocolademelk met de verse melk van hun eigen koeien en zet de pan op het fornuis om hem op te warmen. Daarna schenkt ze de warme melk in en zet de dampende bekers op de keukentafel. Ze gaan gezellig aan de keukentafel zitten en praten over de ochtend op school.

De moeder van Quint vraagt of Joris vanavond wil blijven eten. Dan brengen ze hem en zijn fiets na het eten met de aanhanger terug. Dat wil Joris wel! “Wat eten jullie dan?”, vraagt Joris. “Worteltjes”, zegt de moeder van Quint. “Misschien kunnen jullie ze zelf dadelijk even uit de moestuin halen. Weet jij eigenlijk hoe worteltjes groeien, Joris?” “Tuurlijk”, zegt Joris, “aan een boom, natuurlijk.” De moeder van Quint moet een klein beetje lachen. “Oke, dan lijkt het me leuk als jullie zelf de worteltjes gaan plukken dadelijk! Quint, misschien wil je ook 10 aardappelen, 2 komkommers en 6 appels meenemen uit de tuin?”

Quint en Joris lopen samen naar de moestuin. Joris doet net alsof hij dit heel normaal vindt, maar eigenlijk heeft hij dit nog nooit gezien. Groente halen uit de tuin? Die haal je toch bij de supermarkt? Hij kijkt rond. Waar hangen die worteltjes nou?

Quint loopt naar een rij grote planten toe. Hij trekt er een uit de grond. Aan de wortels hangen grote bruine knollen vol zand. Aardappelen! “Gatsie”, roept Joris, “dat kun je toch niet menen? Die kunnen we toch niet eten! Ze komen uit de grond!” Quint lacht. “Natuurlijk wel, gekkie! Zo groeien toch alle aardappelen!” Hij veegt ze schoon met zijn handen, en inderdaad: ze beginnen te lijken op de aardappelen die Joris altijd in de winkel ziet. Quint stopt ze in een emmer en geeft deze aan Joris. Dan loopt hij naar een rij hoge planten die langs een stok groeien. Hieraan groeien komkommers. Joris mag er twee vanaf plukken. Hij begint deze manier van boodschappen doen eigenlijk wel erg leuk te vinden!

Ze stappen over het hek van de moestuin de boomgaard in. “Ha”, denkt Joris, “hier hangen zeker die worteltjes.” Hij kijkt rond en ziet appels en peren hangen, maar nog geen wortels. Samen plukken ze 6 mooie appels. “Mijn moeder gaat hier appelmoes van maken”, zegt Quint, “en die is me toch lekker!” Joris is benieuwd. Van al dat fietsen heeft hij best honger gekregen!

Nu nog de worteltjes. Quint loopt de boomgaard uit en loopt langs de boerderij naar achteren. Daar ligt een grote akker die vol staat met plantjes met lange, kleine blaadjes. “Nog steeds geen worteltjes te zien”, denkt Joris. Maar Quint trekt een bosje plantjes uit de grond en daaraan hangen 5 prachtige oranje worteltjes! Joris is verbaasd. “Nooit geweten dat worteltjes zo groeien!”, denkt hij. Ze trekken nog wat bosjes uit de grond tot ze voldoende hebben. Quint veegt de aarde van een worteltje af en steekt hem in zijn mond. Joris kijkt hem met een vies gezicht aan, maar volgt dan toch zijn voorbeeld. Hij bijt voorzichtig in het knapperige worteltje. “He, dat smaakt lekker”, zegt hij verbaasd. “Tuurlijk, is dat lekker, wat dacht jij dan”, lacht Quint.

Ze brengen alle spullen naar de moeder van Quint die er een heerlijk maaltje van maakt. Joris zit te smullen: zulke lekkere appelmoes heeft hij nog nooit gegeten. En zelfs de komkommer vindt hij heerlijk, terwijl hij altijd dacht dat hij geen groene dingen lustte.

Na het eten brengt de vader van Quint hem naar huis. Als hij ’s avonds in zijn bed ligt denkt hij terug aan de gezellige middag. “Ik hoop dat ik volgende week weer mag komen”, denkt hij. “Dan zou ik graag de kippen en de koeien willen voeren!” Tevreden valt hij in slaap.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten